“Wat je geeft, krijg je terug”
Foto: Paul Manshande (links) en Michel van den Broek, resp. teamleider en manager van Nissan Motor Parts Center.
Nissan Motor Parts Center is het magazijn van autofabrikant Nissan. Vanuit industriegebied Westpoort in Amsterdam vinden reserveonderdelen en accessoires hun weg naar dealers en distributeurs wereldwijd. Zo’n tweehonderdvijftig medewerkers – waaronder vier medewerkers van Spaarne Werkt – zorgen voor de opslag en logistiek daarvan.
Zestien voetbalvelden
In het magazijn van zo’n zestien voetbalvelden groot liggen 135.000 verschillende onderdelen opgeslagen. Van bouten en moeren tot complete autodaken. Vier medewerkers van Spaarne Werkt zijn daar gedetacheerd. “Tijdens dit interview praten we over mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, maar eerlijk gezegd denk ik daar nooit meer aan als ik over mijn collega’s praat. De vier die bij ons werken, gaan volledig op in het team”, stelt voorman Paul Manshande vast. Zijn team is verantwoordelijk voor het verpakken, het ompakken en het labelen van onderdelen die door verschillende leveranciers bij het magazijn worden aangeleverd.
Altijd ruimte om te leren
“Wat Paul opmerkt, is tekenend voor de organisatiecultuur bij Nissan”, legt manager warehouse en transport, Michel van den Broek, uit. “Nissan is een commercieel bedrijf met een sociale inslag. Iedere medewerker draagt bijvoorbeeld dezelfde werkkleding, ook het tijdelijke personeel. Vanuit onze open cultuur nemen we alle teams mee in de doelen die we willen behalen en is er altijd ruimte om te leren van fouten. Kortom, als we samen zorgen dat de veiligheid en het welzijn van de medewerkers centraal staan en dat we de beste kwaliteit leveren die mogelijk is, dan volgt vanzelf het juiste resultaat.”
Foto: De vier gedetacheerde medewerkers van Spaarne Werkt bij Nissan, v.l.n.r. Ismael Sezgin, Lutfi Eker, Hans Reinders en Fred van de Klashorst.
Meedraaien
We proberen het. Met dit idee beginnen Michel en zijn collega’s aan een pilot met Spaarne Werkt als ze in 2018 lastig nieuw personeel kunnen vinden. Michel: “We hebben onderzocht welke werkzaamheden het beste passen bij deze medewerkers en welke mate van begeleiding daarvoor nodig was. We hebben er ook goed opgelet of dit werkte voor de medewerkers én voor ons. Na de opstartfase ging het al snel heel erg goed. Inmiddels draaien de vier mee met de rest van het team. Ze doen in niveau, kwaliteit en resultaat niet onder voor de rest.”
Paul: “In het begin was het vooral wennen aan elkaar en aan de nieuwe werkomgeving. Daar hebben we op ingespeeld door een extra werkplek in te richten die net iets rustiger ligt. Daarmee werd de opstartfase flink ingekort. Deze werkplek wordt nog steeds gebruikt, maar meestal werken de collega’s gewoon op de werkvloer tussen de overige teamleden.”
Samenspel
Michel en Paul constateren dat eigenlijk ieder mens een ‘gebruiksaanwijzing’ heeft, niet alleen mensen met een begeleidingsbehoefte. Paul: “Het team weet dat van elkaar en wat de een niet kan, pakt de ander op. Een van onze collega’s vergeet weleens lunch mee te nemen. Laatst zag ik in de kantine een andere collega daarom een extra broodje meenemen. Dat samenspel is prachtig om te zien.”
Michel: “Als werkgever kijken we hoe we de samenwerking met onze medewerkers zo optimaal mogelijk kunnen maken. En soms moet je als werkgever de werkprocessen aanpassen om medewerkers aan je te binden. Door aan verschillende knoppen te draaien, kijken we hoe het wél kan. En wat je geeft, krijg je terug.”
Foto: v.l.n.r. Paul Manshande (teamleider Nissan), Hans Reinders (medewerker), Fred van de Klashorst (medewerker), Michel van den Broek (manager Nissan), Ismael Sezgin (medewerker), Lutfi Eker (medewerker) en Wouter de Boer (jobcoach Spaarne Werkt).
Foto’s: Judith Buijze-Cappon.